Reisverslag hulpreis Jan Oostdijk - sept tot nov 2023

Reisverslag juli 2022

Reisverslag april 2022

Beste vrienden,

Hierbij wil ik jullie bijpraten over de situatie rondom Oekraïne en de hulp die we mede dankzij jullie daar hebben kunnen bieden en nog steeds bieden.

Over de huidige situatie van de oorlog in Oekraïne hoef ik jullie niet bij te praten, het nieuws is er vol van. Van 25 tot 29 april j.l. zijn Evert, Pieter en ikzelf in Oekraïne geweest en hebben we naast het distributiepunt van Metadidomi in Zhytomir, ook een bezoek gebracht aan een aantal plaatsen waar de hulpgoederen naar toe gaan. In de voorsteden van Kiev: Irpin, Boetsja en Hostomel hebben we de verwoestingen gezien die de Russen achtergelaten hebben, voordat ze zich terug trokken naar de Wit-Russische grens. De dag erna hebben we in Zhytomir twee ziekenhuizen bezocht waar de afgelopen 8 weken ook heel veel medische hulpgoederen gebracht zijn.

Onderstaand een kort verslag van de reis:

25 april

s’ Morgens 4.00 uur vertrokken met 7 personen. Het doel van de reis is om twee, door Metadidomi, aangekochte bestelbussen met aanhangers af te leveren bij het distributiepunt van Metadidomi zodat onze Oekraïense vrienden die kunnen gebruiken om de hulpgoederen verder Oekraïne in te brengen. Metadidomi verzorgt ook de kosten voor brandstof en onderhoud.

Goede reis gehad, geen files. ’s Nachts 4.00 uur aan de grenspost Yagodin (Polen > Oekraïne).

26 april

Deze morgen reden we om 7.00 uur Oekraïne binnen.

Na 200 meter het eerste roadblok, een tweetal stellingen van betonblokken bekleed met zandzakken. Daartussen moet je slalommen. De 2 bussen mogen gelijk door, de Toyota moet stoppen tot ze de Metadidomi-stickers op de zijkant zien, dan worden we door gewuifd. Snel, snel. Aan de andere kant staan tientallen vrachtwagens te wachten. Volgende roadblok na 2 km. Nu wel stoppen. Paspoortcontrole. Alles goed, doorrijden.

Daarna wordt de snelweg steeds beter. Wat opvalt zijn de tientallen roadbloks bij afslagen van de snelweg, sommigen heel simpel met twee stapel pallets. Soms heel uitgebreid met tank-obstakels.

Ze zijn vrijwel allemaal onbemand  Het was al licht. Mooi weer, wel fris. Het heeft net geregend.  Links en rechts onafzienbare akkers met tarwe en koolzaad, fris en groen.

We naderen de stad Kovel, alles rustig. Een autobus haalt zijn klanten op, voor een autoshowroom pronken  gebruikte auto’s. Een moeder met haar kind maakt een wandeling.

We rijden Rivne binnen, een grote stad waar het leven schijnbaar als altijd zijn gang gaat. Mensen lopen in en uit een supermarkt, bij pompstations staan mensen te tanken. Niets wijst erop dat in dit land een oorlog aan de gang is. Alleen de roadbloks. En voor een dergelijk grote stad lijken er niet veel mensen onderweg te zijn. In Rivne eten we een heerlijke maaltijd in een mooi klein restaurant wat in kwaliteit niet onderdoet voor een Nederlands restaurant. We zijn 14.45 UA tijd weer op weg. Richting Zhytomir, 150 km, 1 uur en 40 min. Onze bestemming vanmiddag is de boerderij van ds. Ivan Procopsjuk, het distributiepunt van Metadidomi. Ook hier links en rechts eindeloze akkers die klaar liggen om ingezaaid te worden, ingezaaid zijn of al groen zijn. Verkeer is er wel, maar veel minder dan je zou verwachten. Hier geen roadblocks. Ook geen militaire voertuigen .

Wel moeten we zoeken naar een pompstation waar nog wel diesel is. De meesten hebben niet.

Wat ook opvalt is het volledig ontbreken van naamborden en bewegwijzering. Alles is afgeplakt of weggehaald.

27 april

Vanmorgen afgesproken met Ivan Procopsjuk om naar Kiev te gaan. Vanuit Zhytomir rijden we over de snelweg naar Kiev, een voor ons bekende vierbaans snelweg. De E 40. Ook daar zien we geen tekenen van oorlogsgeweld. Maar ter hoogte van Makariv bij het kruispunt waar de weg vanuit Borodjanka de E40 kruist zien we de verwoestingen beginnen. De brug over de snelweg is er niet meer. Uitgebrande Russische tanks liggen hier langs de kant van de weg. In de wegomlegging die gemaakt is doordat we niet door kunnen rijden, staat een immens groot distributiecentrum wat volledig verwoest is. We vervolgen onze weg over de E40 en nu zien we links en rechts van de weg huizen die verwoest zijn door raketinslagen of artilleriebeschietingen, afgeknapte bomen, bomtrechters. De geluidswalafscheiding zit vol kogel en scherfgaten. En nog meer uitgebrande tanks en pantservoertuigen. Even later komen we voorbij de plaats waar we voorheen gegeten hebben in een mooi klein restaurant. Alleen het casco staat er nog, zonder dak, zwartgeblakerd. We gaan nu eerst onze gids ophalen, een jonge man van half de 20 die vanaf dag 1 van de oorlog vrijwillig hulpgoederen weggebracht heeft naar de linkerkant van de snelweg. Rechts van de snelweg was Oekraïens gebied, links door de Russen bezet. Juist hier had de tangbeweging moeten sluiten om Kiev te omsingelen. In het Oekraïense deel was hun depot waar de hulpgoederen met busjes aangevoerd werden in een kelder onder een nieuw gebouwde flat. Op de grasvlakte tegenover het flatgebouw stond de Oekraïense artillerie opgesteld en de luchtverdediging. Vanuit dit depot brachten talloze vrijwilligers de hulpgoederen het gebied in waar de Russen zaten. Dit is ter hoogte van Mykolivka. Hier is zwaar en lang gevochten maar het is de Russen niet gelukt door te breken.

We rijden met deze gids naar Irpin, een voorstad van Kiev. Onderweg vertelt hij waar de Russische tanks stonden die iedereen beschoten die van de weg gebruik maakten. Vele vluchtelingen zijn hierbij omgekomen. We zien aan de kant een gele personenbus staan, gebruikt voor evacuees, uitgebrand. In Irpin zien we dat er door Russische tanks lukraak geschoten is op woningen en flatgebouwen, je moet zoeken om een gebouw te vinden wat niet beschadigd is. Daarna rijden we naar Boetsja waar ook zwaar gevochten is. Rechts van de weg het karkas van een grote  bouwmarkt.

De gids vertelt dat dit bezet was door Russische soldaten van 18 tot 20 jaar. De Oekraïners hebben ze nog opgeroepen om zich over te geven maar ze begonnen te vechten en werden vervolgens weggevaagd. Als een stille getuige staat er een kapotte Oekraïense pantserwagen. We rijden door de inmiddels wereldbekende straat in Boetsja die vol stond met een kapotgeschoten Russische colonne. Inmiddels is alles opgeruimd maar de verschrikking van de strijd die zich hier heeft afgespeeld hangt nog in de lucht.

Deze weg loopt naar Hostomel waar het vliegveld ligt waar dagenlang om gestreden is. We gaan linksaf, naar een voorheen mooie stadswijk waar nu hele rijen mooie huizen er zwartgeblakerd bijstaan. Russische tanks gingen bij voorkeur in een woonwijk staan, de diepe sporen van rupsvoertuigen vertellen hun eigen verhaal. Er zijn verwoeste huizen voor, achter, links en rechts.

Weinig is ongeschonden. En dat in enkele weken tijds. Ook zien we omver gereden omheiningen. De gids vertelt dat de Russen hier met vrachtauto`s doorheen reden om die vol te laden met geplunderde spullen. Hierna rijden we weer naar Irpin om de “hoofdkerk” te bezoeken van de Unie van Baptisten. Dit is het kerkverband waardoor onze hulpgoederen gedistribueerd worden. Op weg erheen stoppen we bij een prachtig appartementencomplex wat zwaar te leiden heeft gehad onder luchtbombardementen.

Hier zullen nooit geen mensen meer wonen, afbraak zal de enige optie zijn. Als we daar staan ontmoeten we een internationale filmploeg die een documentaire maakt over de oorlogsmisdaden voor RTL en CNN. Professionele onderzoekers proberen te construeren wat hier gebeurt is. Deze ploeg is hier al meer dan 1 week en blijft nog langer. Hun zegsman geeft aan dat wat zij tot nu toe gezien hebben veel erger en onmenselijker is dan wat het Duitse leger in WW2 heeft gedaan.

Aan de overkant van de weg staat een man. Als we hem aanspreken geeft hij aan dat hij hier niet woont maar dat hij net zijn zwager heeft teruggebracht. Die was na de eerste nacht gevlucht maar is nu weer teruggekeerd. Deze mensen wonen in de achterliggende volksbuurt met karakteristieke Oekraïense woningen. We worden uitgenodigd om binnen de poort te kijken.

De verwoesting is onbeschrijfelijk. De buurvrouw zegt: “ik heb niets meer, geen huis, geen inboedel, alles is kapot”. Ze weet niet hoe het verder moet, voor voedsel gaat ze naar de kerk ondanks dat ze niet gelovig is. De kerk waar ze haar eten haalt is toevalligerwijs ook een van de kerken die hulpgoederen van Metadidomi ontvangen. Het gesprek met deze zwaar getroffen mensen heeft veel impact.

Daarna gaan we naar de hoofdkerk van de Unie van Baptistenkerken. Een mooie grote kerk die gelukkig gespaard is voor verwoestingen. Tijdens de bombardementen zaten er 500 mensen in de kelder.

Tijdens de gevechten fungeerde deze kerk als crisiscentrum voor evacuatie van vluchtelingen naar veilig gebied. Nu fungeert het als Centrum voor uitdeling van hulpgoederen en het verlenen van allerlei hulp. Elke dag zijn er 50 vrijwilligers die na twee dagen afgelost worden door weer 50 vrijwilligers. Hier staat 1 van onze grote aggregaten die geschonken zijn door de mosselvissers van Yerseke. Ook ontmoeten we hier een legerpredikant. Hij vertelt dat de soldaten het erg zwaar hebben, ook het Oekraïense leger telt veel gesneuvelde en gewonde soldaten. Het moreel is wel heel hoog, vooral na de afschuwelijke berichten van vermoorde burgers in de door de Russen bezette gebieden. Het huidige bataljon staat klaar om gewisseld te worden met vermoeide soldaten uit de Donbas.

We rijden naar een volgende kerk.

Hier is net een grote aggregaat gebracht, ook van de zending van de mosselvissers. Elke dag koken ze voor 50 mensen en delen aan honderden mensen hulpgoederen uit. Mensen zijn stil en dankbaar van alle hulp uit Nederland en het meeleven.

We ontmoeten daar ook dorpswachten (plaatselijke vrijwilligers) die gevochten hebben in Irpin, strakke gezichten maar wel een stevige handdruk. Je merkt dat ze liever niet praten over de strijd.

Het leven van de mensen die we deze dag ontmoeten staat volledig in teken van hulpverlening. Voedsel is heel belangrijk maar een luisterend oor voor getraumatiseerden is nog belangrijker aldus het hoofd van dit centrum ds. Romanjoek.  Hij beschrijft hoe vrijwilligers met hulpgoederen aanklopten bij bewoners om te vragen wat ze nodig hadden waarna de bewoners met de handen omhoog naar buiten kwamen…. Naar de dorpen achter dit gebied mogen we niet, dit is nog te gevaarlijk omdat er nog mijnen geruimd moeten worden en slachtoffers worden geborgen.

 

Aan het eind van de middag rijden we terug naar Zhytomir om bij vriend Ivan Procopsjuk te eten en tegelijk te vergaderen hoe we de hulp de komende maanden het best vorm kunnen geven. Het is heel waardevol om te overleggen met de mensen die hier in Oekraïne de distributie verzorgen. De distributie verloopt uitsluiten via plaatselijke kerken en aangezien Ivan al tientallen jaren actief is binnen het geheel van dit kerkverband kent hij honderden predikanten persoonlijk. Via die contacten door heel Oekraïne loopt de distributieketen. De kans op misbruik is daardoor  vrijwel nihil. En vanuit die plaatselijke kerken wordt het uitgedeeld aan de mensen die dit het hardst nodig hebben, gelovig of ongelovig.

28 april

S ‘morgens gaan we naar het kinderziekenhuis in Zhytomir. Op 200 meter daarvandaan hebben twee raketten een woonblok vernietigd op 2 maart j.l. Het doel was een naastgelegen militaire basis maar die liep geen schade op. Uit het ziekenhuis werden vrijwel alle ramen geblazen en binnen zijn zelfs de kozijnen verwrongen.

Gelukkig geen slachtoffers. Omdat schoondochter Anja bevriend is met de dame die plaatsvervangend directeur is werden wij indertijd benaderd voor hulp. Alle contacten met de regering in Kiev waren op dat moment geblokkeerd en er was ook geen geld meer beschikbaar. Ze hadden gebrek aan medische goederen en ook geld nodig om het hele ziekenhuis te verhuizen naar de kelder.

Metadidomi heeft indertijd € 30.000,– beschikbaar gesteld vanuit ons Oekraïens bedrijf en is gericht op zoek gegaan naar de benodigde medische goederen waarvan er inmiddels al tientallen pallets vol verstuurd zijn.

Hoofd van dit Provinciale kinderziekenhuis is mevr. dr. Astrejko.

Aan het begin van het gesprek is mevr. Astrejko emotioneel, ze begrijpt niet dat er mensen zijn die 2200 km verderop, zich bekommeren om hun ziekenhuis en ook nog zelf komen om steun en meeleven uit te spreken.

Inmiddels is 80% van de medische voorraden weer aangevuld. Maar er zijn nog wel speciale zaken nodig zoals aangepast voedsel voor 106 jongeren die een genetische afwijking hebben in de stofwisseling. De directrice belooft een concrete lijst te maken. Wij beloven om te kijken wat we kunnen betekenen. We bezoeken de kelder waar het ziekenhuis nu gevestigd is, ik moet gebukt lopen vanwege het lage plafond en alle leidingen die er lopen. De IC afdeling, bevallingkamers, uitslaapkamers, zaaltjes met patiënten. Alles netjes en schoon maar wel heel erg behelpen. Er is net een baby geboren van 900 gram.

In dit ziekenhuis werken 315 medewerkers en het is in de provincie Zhytomir het belangrijkste ziekenhuis op het gebied van kindergeneeskunde en genealogie. De kinderen en moeders met de zwaarste zorg komen hier terecht.

Er is nog wel een grote zorg. Door de grote luchtdruk tijdens het bombardement is een belangrijk deel van de medische apparatuur ontregeld en niet meer te repareren. Ik beloof ook hiervoor te kijken wat we kunnen betekenen. Maar stil denk ik wat een onmogelijke opdracht dit is, nieuwe medische apparatuur is peperduur en ook onze middelen zijn niet onbeperkt.

 

Daarna vertrekken we om het Centrale ziekenhuis in Zhytomir te bezoeken. We worden ontvangen door dr. Gomenko, de vroegere buurjongen van schoondochter Anja die hier een vooraanstaand chirurg is. Het hoofd van de Chirurgie-afdeling dr. Perepelitsa sluit ook aan. Dit is een belangrijk ziekenhuis voor de regio, hier worden transplantaties verricht maar ook open hartoperaties.

De helft van de operatiekamers zijn naar Westerse standaarden ingericht, maar de andere helft zijn nog uit de Sovjet-tijd.

De operatielampen boven de tafel hebben “1969” als bouwjaar, de rest van de apparatuur is navenant. Vernieuwing van dit deel stond op het programma voor dit jaar maar door de oorlog zal dit niet uitgevoerd worden en dat is zorgelijk omdat een deel van de oude uitrusting het langzamerhand op gaat geven. Tijdens de oorlogshandelingen rondom Kiev zijn hier 300 oorlogsslachtoffers geopereerd. Beide chirurgen spreken hun grote dank uit voor de vele hulp die ze ontvangen hebben van Metadidomi en andere buitenlandse hulporganisaties. Tijdens de eerste vier weken van de oorlog was dit hun enige kanaal voor aanvulling van de broodnodige medische goederen. Metadidomi heeft ook naar dit ziekenhuis pallets vol met medische goederen en medicijnen gestuurd.

Zoon Evert en chirurg dr. Gomenko coördineren dit samen met Leander van Gorsel.

Ook hier is inmiddels de voorraad medische goederen en gewone dingen weer op peil maar is er behoefte aan moderne apparatuur voor de Sovjet-operatiekamers. Dr. Gomenko zal een lijst maken. Ook hier beloof ik te kijken wat we kunnen doen.

’s Middags hebben we een ontmoeting met Sasha, een grote stevige soldaat van rond de 40. Hij heeft familie in Nederland en ook zijn vrouw en kinderen zijn daar. Sasha heeft zich eind februari vrijwillig gemeld voor dienst in het Oekraïense leger, zijn eenheid van 40 personen zijn allemaal vrijwilliger. Dat betekent dat ze onder bevel staan van het leger, wapens en munitie krijgen en hun opdrachten. Maar voor beschermende kleding, voedsel en vervoer moeten ze zelf zorgen.

Hij heeft reeds gevochten rond Kiev, voornamelijk bij vliegveld Hostomel. Nu vecht zijn eenheid in de Donbas. Deze week is zijn eenheid terug om op adem te komen. De strijd is zwaar en de verliezen hoog verteld hij. Van hun groep van 40 vrijwilligers zijn er maar 25 meer over. Veel vrienden heeft hij reeds verloren in deze wrede oorlog en dat is te zien in zijn ogen. Ze zijn vol verdriet maar als hij spreekt over de Russen fonkelen ze van vechtlust. Deze Oekraïense mannen zullen zich liever doodvechten dan hun land over te geven aan de Russische agressor. Tijdens dit gesprek loeit het luchtalarm, een snerpend doordringend geluid. Ik kijk om ons heen en bedenk dat we het beste de mensen maar kunnen volgen in de schuilkelders. Maar niemand kijkt op of om, iedereen gaat door waar hij of zij mee bezig is. Na 10 minuten zwijgen de sirenes, ’s avonds horen we dat er 5 raketten ingeslagen zijn in een woonwijk in Kiev. Het luchtalarm was daardoor geactiveerd. Ze hadden ook Zhytomir kunnen treffen, op de plaats waar wij stonden. Gelukkig zijn we bewaard.

Met Sasha praten is de oorlog in de ogen kijken. Hij is ervan overtuigd dat het Oekraïense leger vecht voor het behoudt van de westerse democratie. Hij verteld dat zijn onderdeel Russische officieren heeft gevangen genomen die aangeven: “jullie (Oekraïne) zijn voor ons slechts een tussenstation, onze doelen liggen verder”. Veel om te overdenken.

We gaan weer naar Volitsa om daar de nacht door te brengen, morgen weer naar het veilige Nederland.